Reflectie opdrachten

1. Zie het patroon, niet de persoon

Denk aan een frustrerend moment in samenwerking waarin jij of iemand anders zich terugtrok, fel werd, of juist overdreven inschikkelijk reageerde.

  • Wat was de opeenvolging van gedragingen?
  • Welk voorspelbaar patroon herhaalde zich?
  • Welke rol speel jij meestal in dit patroon?

👉 Kun je het gedrag loskoppelen van ‘persoonlijkheid’ en zien als onderdeel van een interactiepatroon dat het systeem in stand houdt?


2. Waar sluit jouw grens zich?

Kies een situatie waarin je je aangevallen of onbegrepen voelde.

  • Wat was de aanleiding? Wat deed je lijf, je hoofd, je stem?
  • Welk gedrag liet je vervolgens zien?
  • Wat had het effect op de groep?

👉 Herken je wanneer je innerlijke grens dichtgaat – en wat er nodig is om die weer te openen?


3. Test je systeembril

Observeer een overleg of samenwerking deze week alsof je een buitenstaander bent.

  • Welke patronen zie je?
  • Wie vullen elkaars gedrag aan of roepen elkaar juist op tot herhaling?
  • Wat zie je gebeuren als je het persoonlijke loslaat?

👉 Welke informatie geeft dit over het systeem als geheel – en niet over de individuen afzonderlijk?

Scroll naar boven